Hebben melkkoeien het beter op een kleine boerderij?
De schaalvergroting in de melkveehouderij gaat al decennia onverminderd voort, gestuwd door technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen en de economische druk om de productiviteit te verhogen. Daarnaast maken ook nieuwe productievoorwaarden als gevolg van maatschappelijke eisen een grotere melkveestapel tot een logische keuze. Maar wat is de impact van een grotere kudde en productiviteit op het dierenwelzijn? Duitse onderzoekers verzamelden data van ruim 3.000 bedrijven om op deze vraag een antwoord te vinden.
Europese burgers hebben in groeiende mate aandacht voor dierenwelzijn in de veehouderij. Publieke en private labels op voeding komen hieraan tegemoet door de consument te informeren over huisvesting, weidebeloop en andere bedrijfskenmerken die het dierenwelzijn zouden kunnen beïnvloeden. Regelmatig wordt bedrijfsgrootte als criterium voor dergelijke labels gebruikt. Dit speelt in op het idee dat in grote veestapels het dierenwelzijn lager ligt. Veehouders zelf zien evenwel geen duidelijke link tussen bedrijfsgrootte en dierenwelzijn. Een mening die bevestigt lijkt te worden door heel wat recent onderzoek.
Een index voor dierenwelzijn
Duitse onderzoekers onderzochten op grote schaal of er linken te vinden zijn tussen specifieke bedrijfskenmerken en een brede interpretatie van dierenwelzijn. Dierenwelzijn omvat immers verschillende dimensies zoals lichamelijke gezondheid en functioneren, vertonen van natuurlijk gedrag en gemoedstoestand. Data van 3.085 melkveebedrijven werd verzameld in het kader van een duurzaamheidsproject bij 30 Duitse zuivelfabrieken. De bevraging omvatte alle aspecten van duurzaamheid, waaronder economische, ecologische en sociale, zowel als aspecten rond dierenwelzijn. Een groep van 49 experten uit alle schakels van de zuivelketen stelde hiervoor een dierenwelzijn index (DWI) op. Deze index, opgebouwd uit 46 indicatoren, liet toe het dierenwelzijn van individuele melkveebedrijven te scoren en onderling te vergelijken.
Hypotheses
Om de link tussen schaalgrootte en dierenwelzijn te verklaren testten de onderzoekers de volgende hypotheses:
Professionalisering: Groei en specialisatie leveren schaalvoordelen en op grotere bedrijven is meer aandacht voor wetenschappelijke aanbevelingen. Ook zal hier vaker extern advies ingewonnen worden en leiden meer routinematige procedures tot een betere opvolging van de dieren. Deze aanpak zou dus moeten leiden tot een verhoogd dierenwelzijn. Anderzijds zijn de arbeiders op dergelijke bedrijven vaak net minder geschoold en is er minder tijd per dier beschikbaar om individuele behandelingen uit te voeren.
Kleiner is beter: Op kleinere familiebedrijven zonder externe arbeid is het dierenwelzijn beter. Een hoge motivatie en competentie bij alle familieleden zorgt voor een betere opvolging en behandeling van de dieren. Aan de andere kant ontbreekt het op kleinere, vaak gemengde bedrijven, mogelijks aan voldoende kennis en mogelijkheden voor de implementatie van innovatie technieken. Landbouwers op kleinere bedrijven ervaren ook meer stress wat nadelig kan zijn voor het dierenwelzijn.
Met bovenstaande veronderstellingen kunnen tussenliggende hypotheses geformuleerd worden waarbij middelgrote bedrijven net wel of net niet beter scoren op het vlak van dierenwelzijn. Deze bedrijven zitten enerzijds vaak op de grens van besteedbare arbeid, wat opvolging van dieren in het gedrang kan brengen. Anderzijds kunnen deze bedrijven net voldoende schaalgrootte hebben om motivatie en stielkennis te combineren en zo het dierenwelzijn verhogen.
Tot slot is er nog de hypothese dat bedrijfsgrootte en dierenwelzijn weinig gelinkt zijn en overschaduwd worden door competentie van het management en kenmerken die los staan van de bedrijfsgrootte.
Resultaten
Uiteindelijk konden de onderzoekers data van 3.085 Duitse melkveebedrijven analyseren. Met veestapels variërend van 7 tot 2.900 koeien en een gemiddelde jaarlijkse melkproductie van 8.810 kg melk per koe bleek de dataset representatief voor de Duitse melkveehouderij. Met 122 melkkoeien lag het gemiddeld aantal melkkoeien wel een stuk boven het landelijk gemiddelde (70 melkkoeien). Dit was vooral het gevolg van de geografische spreiding van de deelnemende bedrijven en doordat kleinere bedrijven moeilijker tot deelname konden gemotiveerd worden of de data onvolledig of foutief aanleverden.
De bedrijven behaalden een score voor dierenwelzijn tussen 15,8 en 41,5 op een maximale score van 42. De gemiddelde score van 30,6 (73 % van het maximum) lag daar tussen, met ruimte tot verbetering. Er bleek een positief verband tussen de grootte van de veestapel op een bedrijf en de score op de index voor dierenwelzijn. Het effect was evenwel heel klein, namelijk 0,07 punten per 10 % extra dieren. Een kudde dubbel zo groot als het gemiddelde, scoorde dus gemiddeld 0,7 punten hoger dan het gemiddelde (31,3 tegenover 30,6). Het kleine positieve effect van kuddegrootte op dierenwelzijn lijkt dus eerder de hypothese van "professionalisering" te bevestigen. De reden van dit effect kon niet uit de enquête afgeleid worden. Ook in andere sectoren, zoals de varkenshouderij, kon onderzoek een positief verband vaststellen tussen bedrijfsgrootte en dierenwelzijn.
Verder konden ook enkele andere parameters gelinkt worden aan de score voor dierenwelzijn. Zo scoorden bedrijven met vrijloopstallen (score 30,9) beduidend beter dan bedrijven met bindstallen (score 27,1). En bleek ook het opleidingsniveau van de veehouder, net als de tijd besteed per koe, positief gecorreleerd met het dierenwelzijn op het bedrijf.
De variatie binnen iedere opdeling van bedrijven bleek in het onderzoek heel groot te zijn. Dit wil dus zeggen dat het dierenwelzijn op veel bedrijven nog beter kan, ongeacht de grootte van de kudde, het type huisvesting, de opleiding van de veehouder of andere kenmerken van het bedrijf.
Conclusie
Het grootschalig onderzoek bij ruim 3.000 Duitse melkveebedrijven leverde enkele interessante inzichten op. Grotere melkveebedrijven scoren gemiddeld iets beter op vlak van dierenwelzijn dan bedrijven met een kleinere veestapel. Waarom dit zo is kon het onderzoek evenwel niet aan het licht brengen. Schaalvergroting leidt op zich dus niet tot een verminderd dierenwelzijn zoals soms gedacht wordt. Andere factoren, zoals type huisvesting, tijdsbesteding en het management hebben een veel grotere impact op het dierenwelzijn.
Bron:
Is animal welfare better on smaller dairy farms? Evidence from 3,085 dairy farms in Germany. T. Lindena en S. Hess. Journal of Dairy Science Vol. 105 No. 11, 2022