RUNDVEELOKET

Vraag

Ik heb een perceel grasklaver met sterke aanwezigheid van knolcyperus. Is het schadelijk om dit aan mijn rundvee te voederen of zijn er andere risico’s verbonden aan het oogsten en voederen van dit gewas?

Antwoord

Knolcyperus in het kort

Knolcyperus (Cyperus esculentus L.) komt op vandaag overal in Vlaanderen voor op 5 tot 10% van de percelen (15.000 tot 30.000 ha). Het is een hardnekkig, grasachtig onkruid dat behoort tot de familie van de cypergrassen (biezen en zeggen). De verspreiding van knolcyperus gebeurt vooral door gronddeeltjes besmet met knolletjes, en dit via machines of aanvoer van besmette grond. De knolletjes kunnen jarenlang in de grond overleven. De plant groeit uit een moederknol en vormt uitlopers en scheuten. Vrij snel na de opkomst maakt de plant al nieuwe dochterknolletjes aan. Onder optimale omstandigheden kan één moederknol in één groeiseizoen ongeveer 80 scheuten en 1000 knollen vormen en meters ver uitbreiden.

Knolcyperus
Figuur 1. Knolcyperus (foto: Jeroen Feys - UGent)

Knolcyperus in het voeder

Knolcyperus wordt in verschillende (zuiderse) landen geteeld om de knollen (“Tiger Nuts”) te oogsten voor humane toepassingen. De knollen van knolcyperus zijn nutritioneel waardevol met 5% ruw eiwit, 30% vetten en 47% koolhydraten (in hoofdzaak zetmeel). Daarnaast bevatten ze ook een brede waaier aan mineralen en sporenelementen. De gehele plant bevat ruim 60 chemische stoffen met potentieel farmacologisch en nutraceutisch eigenschappen. Het gaat hierbij over flavonoïden (34%), verzadigde en onverzadigde vetzuren (33%), terpenen (31%) en alkaloïden (2%). Ook deze vind je in hoofdzaak in de knollen terug. Extracten van de plant werken als antioxidant of hebben een antimicrobiële werking. In geen enkel onderzoek worden toxische eigenschappen gerapporteerd.

Als diervoeder worden vooral bijproducten na verwerking van knollen voor humane voeding aan varkens gevoederd. Ook de bladeren kunnen als rundveevoeder gebruikt worden, maar de voederwaarde ervan is laag: 20% DS, 11,5% RE, NDF 56%. Bladeren van knolcyperus zullen de voederwaarde van een ruwvoerteelt dus negatief beïnvloeden. Inkuilen is aangewezen om de smakelijkheid en opneembaarheid te verbeteren. Hoe hierbij rekening met het lage DS en suikergehalte als het aandeel knolcyperus hoog is (voldoende laten voordrogen, kuiladditieven gebruiken, mengen met bijproducten, …). 

Verspreiding via zaden

Hoewel knolcyperus zich voornamelijk vegetatief verspreidt via knollen, tonen recente veldwaarnemingen en laboratoriumproeven aan dat ook zaden een relevante rol spelen in de verspreiding van deze invasieve soort. Onder bepaalde omstandigheden kunnen duizenden kiemkrachtige zaden per perceel gevormd worden, met een reëel risico op nieuwe besmettingshaarden.

De kans op bloeiwijzen en vitale zaden neemt af met afstand tot berm (lichtinval) en er is ook invloed van het beheer en genetische achtergrond van de kloon. Zelfs op 15 tot 20 meter van de perceelsrand kunnen nog steeds kiemkrachtige zaden aanwezig zijn. Zaden kunnen zich dus niet alleen lokaal vestigen, maar ook over grotere afstanden worden verspreid. Zaden kunnen verspreid worden via water, wind, dieren of landbouwactiviteiten (oogstmachines, ruwvoeder, reststromen, compost, digestaat, mest, ...).

Inkuilen van besmet materiaal in een goed beheerde kuil is een natuurlijke, goedkope en uiterst effectieve methode om knollen en zaden van knolcyperus af te doden. Idealiter blijft de kuil 5 maanden dicht. Opname en vertering van knollen en zaden door een rund blijkt onvoldoende om de vitaliteit ervan voldoende te verminderen. Kiemkrachtige zaden blijven dus in grote mate kiemkrachtig na opname en uitscheiding door een rund. Mest afkomstig van dieren die met knolcyperus (knollen of zaden) besmet voeder opgenomen hebben kan je dus best composteren, thermofiel vergisten of langdurig opslaan (drijfmest, > 4 maand)  alvorens deze uit te rijden. Opslag in stalmest, zeker in kleine hopen, heeft nagenoeg geen effect op de vitaliteit van knollen en zaden.

De zaden zijn klein, maar onder de juiste omstandigheden kiemkrachtig. Ze kiemen ondiep (0–24 mm), met een duidelijk verminderde opkomst bij grotere dieptes. De kiempercentages zijn het hoogst in vochtige zandbodems, en het laagst in droge kleibodems.

Om de verspreiding via zaden te beperken, is het belangrijk om:

  • Zaadvorming te voorkomen door tijdig te bestrijden, te maaien of te begrazen.
  • Teelten met weinig concurrentiekracht te vermijden op besmette percelen.
  • Compostering en vergisting correct uit te voeren volgens erkende protocollen.
  • Reststromen van besmette percelen niet te gebruiken op andere gronden
Knolcyperus
Figuur 2. Knolcyperus in maïs (foto: Simon Wouters - Hooibeekhoeve)

Bestrijding

In de checklist met IPM richtlijnen zijn maatregelen opgenomen om de verspreiding van knolcyperus te voorkomen. Eens aanwezig op het bedrijf, kan het voorkomen van knolcyperus grote gevolgen hebben voor het teeltschema. Knolcyperus chemisch bestrijden kan in een beperkt aantal teelten (mais en wintergranen).
Sinds 2023 is dit verbod op besmette percelen ook opgenomen in de conditionaliteit van het GLB. Een vierkante meter met meer dan tien scheuten van knolcyperus, of met een bedekkingsgraad van meer dan 50%, wordt beschouwd als een besmette vierkante meter. Als méér dan tien vierkante meter besmet is, wordt het ganse perceel als besmet beschouwd. Op dit perceel geldt een dan een teeltverbod van wortel-, knol- en bolgewassen. Niet naleven van het teeltverbod wordt gesanctioneerd!

Bestrijding kan via verschillende strategieën of nog beter een combinatie ervan:

  • Zwarte braak
  • Intensieve begrazing
  • Intensief maaien
  • Specifieke gewaskeuze en teeltrotatie
  • Chemische bestrijding in maïs
  • Anaerobe bodemontsmetting
  • Chemische bodemontsmetting

Alles over knolcyperus en bestrijding: Brochure “Geïntegreerde beheersing van knolcyperus”

Gerelateerd

Nog vragen?

 

Bronnen:

Geïntegreerde beheersing van knolcyperus (Cyperus esculentus). Inagro, UGent, HoGent, Hooibeekhoeve, PVL. 2025

KNOLCYPERUSNIEUWS. LCV, Landbouwcentrum voor Voedergewassen vzw. 

Hoe houd ik knolcyperus onder controle op mijn perceel? Inagro

Cyperus (Cyperus esculentus L.): A Review of Its Compositions, Medical Efficacy, Antibacterial Activity and Allelopathic Potentials. Shengai Zhang, Peizhi Li, Zunmiao Wei, Yan Cheng, Jiayao Liu, Yanmin Yang, Yuyan Wang and Zhongsheng Mu. Plants 2022, 11, 1127

Cyperus esculentus L. (Cyperaceae): Agronomic aspects, food applications, ethnomedicinal uses, biological activities, phytochemistry and toxicity. José Jailson Lima Bezerra, Bruno Fonsêca Feitosa, Priscila Cordeiro Souto, Anderson Angel Vieira Pinheiro. Biocatalysis and Agricultural Biotechnology 47 (2023) 102606

A review on the biological and bioactive components of Cyperus esculentus L.: insight on food, health and nutrition. Great Iruoghene Edo, Princess Oghenekeno Samuel, Susan Chinedu Nwachukwu, Victor Ovie Ikpekoro, Obasohan Promise, Ogheneochuko Oghenegueke, Jonathan Ongulu, Chinenye Favour Otunuya, Opiti Ajiri Rapheal, Mercy Orezimena Ajokpaoghene, Michael Chukwuma Okoliec and Ruth Sheyi Ajakayeb. J Sci Food Agric 2024

Viability of Cyperus esculentus Seeds and Tubers After Ensiling, Digestion by Cattle, and Manure Storage. Jeroen Feys, Emiel Welvaert, Mattie De Meester, Joos Latré, Eva Wambacq, Danny Callens, Shana Clercx, Gert Van de Ven, Dirk Reheul and Benny De Cauwer. Agronomy 2025, 15, 844

Silage Fermentation: A Potential Microbial Approach for the Forage Utilization of Cyperus esculentus L. by-Product. Jiahao Sun, Tianwei Wang, Fuqing Huang, Yayong Liu, Weixiong Shi, Cui Ma 1 and Jin Zhong. Fermentation 2021, 7, 273.

 

 

Versie:
1
Onderwerp:
Knolcyperus in het ruwvoeder
Datum:
15-07-2025