RUNDVEELOKET

Persmededeling
Vrijdag 6 augustus 2021
BEGELEIDINGSDIENST VOOR BETERE BODEM- en waterkwaliteit

b3w

 

Mest scheiden op een melkveebedrijf

B3W, de Begeleidingsdienst voor een Betere Bodem- en Waterkwaliteit, organiseerde recent een thematisch uitwisselingsmoment (TUM) rond het scheiden van mest op een melkveebedrijf. Hoe verloopt het scheidingsproces en hoe kun je de verschillende mestfracties optimaal benutten? Landbouwer Bram Maes deelde zijn ervaringen en leidde ons virtueel rond op zijn bedrijf. Meer info (B3W)

 

serrestal

Figuur 1: Nieuwe serrestal van melkveehouder Bram Maes.

Volledig automatisch

Een jaar geleden nam Bram Maes een nieuwe serrestal in gebruik: eentje die is uitgerust met een vijzelpers als mestscheider. De keuze voor dit type scheider was snel gemaakt. Bram wilde namelijk de dikke fractie van de mest gebruiken als strooisellaag in de ligboxen. Rekening houdend met dat doel en met de prijs en de onderhoudskosten van een scheider, verkoos hij een vijzelpers boven een duurdere centrifuge. Die laatste wordt vooral gebruikt in de varkenshouderij, omdat een centrifuge een goed scheidingsrendement heeft voor fosfor. Bram was bereid om ook als melkveehouder zijn mest te scheiden, op voorwaarde dat alles automatisch zou gebeuren. Het dagelijkse werk op het bedrijf neemt immers al zijn tijd in beslag. Bij de bouw van de nieuwe stal werd daar rekening mee gehouden. 

mestscheiden

Figuur 2: Vijzelpers (links), automatische toediening van dikke fractie (midden), dikke fractie in ligboxen (rechts).

Wil je zelf ook mest gaan scheiden? Informeer je dan goed en laat een offerte op maat opstellen. Er zijn veel mogelijkheden en bovendien is elk landbouwbedrijf anders. Wil je de dikke fractie gebruiken in de ligboxen, hou er dan rekening mee dat een  mobiele mestscheider niet toegelaten is.

Dikke fractie als boxstrooisel

Het gebruik van dikke fractie als boxstrooisel heeft heel wat voordelen. Het benadert zand als ligbedding, maar zonder bezinksel in de mestkelder. Veehouder Bram Maes geeft aan dat zijn koeien vaker gaan liggen dan vroeger en dat ze een meer natuurlijke lighouding aannemen. Hun benen gaan erop vooruit en de uiers zijn properder dan voordien.
Hoewel de dikke fractie automatisch wordt toegediend, komt er toch nog manueel werk aan te pas, geeft Bram wel nog mee. “Het is belangrijk dat de ligboxen regelmatig worden schoongemaakt, en dat het toegediende materiaal gelijkmatig verdeeld wordt om zo broei te voorkomen.” Bij vochtig weer is Bram waakzaam voor mastitis en uiersmet, maar over het algemeen zijn er geen grote problemen en profiteert het vee van de nieuwe ligbedding.

Hoger organische-stofgehalte

Dikke fractie is een multi-inzetbaar product. Naast het gebruik in ligboxen kun je het ook gebruiken om het organische-stofgehalte van een akkerland op te krikken. Het effectieve organische koolstofgehalte (EOC) van dikke fractie - dit is de organische koolstof die één jaar na toediening nog niet is afgebroken - bedraagt 64 kg/ton. Ter vergelijking: de EOC van stalmest bedraagt 49 kg/ton. Dikke fractie kan eenvoudig toegediend worden met een stalmestspreider en kan bovendien homogener verdeeld worden.
Omwille van het hoge organische-stofgehalte heeft Bram dit jaar voor het eerst dikke fractie toegediend op een maïsperceel met een laag organisch koolstofgehalte. “Als de resultaten gunstig evolueren, ga ik op termijn meer mest scheiden, zodat ik ook op andere akkerlandpercelen dikke fractie kan toedienen en zo de bodemkwaliteit kan verbeteren”, aldus Bram.

Efficiënte stikstofbemesting op grasland

Zijn grasland bemest Bram met de dunne fractie van de mest. Begin maart wordt 30 m³ uitgereden op zowel het grasland als op percelen met een snede gras gevolgd door maïs.  Voor de tweede snede wordt in juni nog eens 20 m³ uitgereden waarmee de normen voor derogatie bijna opgevuld zijn. De invloed van bemesting met dunne fractie op de nitraatresidu’s is nog niet duidelijk, omdat hij nog maar een jaar mest aan het scheiden is. Toch heeft Bram het gevoel dat hij efficiënter bemest en een kwalitatief beter gras produceert. Het grootste voordeel van bemesten met dunne fractie bekom je in de zomer, meent hij. “Doordat het drogestofgehalte lager is dan bij drijfmest, vloeit de dunne fractie mooi in de bodem en heb je minder last van korstvorming, zeker in drogere omstandigheden. Daarnaast profiteert het gras ook in het voorjaar van bemesting met dunne fractie. Dunne fractie bevat namelijk meer minerale stikstof dan drijfmest, waardoor de stikstof sneller beschikbaar is voor het gras.” 

 

fractie

Figuur 3: Goed invloeien van dunne fractie op grasland.

“Mest scheiden is je organische bemesting optimaal benutten” – Bram Maes

 

Variatie in mestsamenstelling

Ook als je zelf mest gaat scheiden, blijf je best de samenstelling van alle mestsoorten analyseren, onder het moto “meten is weten”. De mestsamenstelling tussen bedrijven kan sterk verschillen door tal van factoren (scheidingstechniek, rantsoen van de dieren enz.). Ook binnen één bedrijf kan de mestsamenstelling doorheen het jaar variëren. Pas het 4J-principe toe (juiste mestsoort, juiste dosis, juiste tijdstip & juiste techniek) en bemest met de juiste dosis na analyse van je dunne en dikke fractie.

Meer weten?

Op de website van b3w.vlaanderen.be kun je de webinar herbekijken of een virtuele rondleiding volgen op het bedrijf van Bram Maes. Klik op het tabblad “evenementen” en onderaan bij afgelopen evenemenen kan je het evenement “Valoriseren van dunne en dikke fractie op het melkveebedrijf” terugvinden. 

Later dit jaar volgen er nog drie thematische uitwisselingsmomenten over het scheiden van mest op een melkveebedrijf. Telkens staat een andere landbouwer centraal die zijn ervaringen komt delen. Interesse? Hou de evenementenpagina van onze website in de gaten of meld je aan in de groep “Mestproducten” en blijf zo op de hoogte van alle info omtrent dit thema.
Wil je meer informatie over het scheiden van mest en hoe je de verschillende fracties optimaal kunt benutten, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen: stijn.martens@b3w.vlaanderen.be of stel je vraag in de groep “Mestproducten” op onze website.

 

Over B3W

Dertien Vlaamse praktijk- en onderzoekscentra zetten hun schouders onder de Begeleidingsdienst voor een Betere Bodem- en Waterkwaliteit (B3W). Samen beheren we het kennisnetwerk en vertalen we die kennis naar direct toepasbare richtlijnen en handvaten.

Onze medewerkers, met name de experts van de praktijk- en onderzoekscentra, brengen de verzamelde kennis ook rechtstreeks tot bij de land- en tuinbouwers. Ons multidisciplinaire team heeft belangrijke troeven om de adviesdienst tot een succes te maken: 

  • In elk deel van Vlaanderen kunnen we experts inzetten met kennis van het specifieke terrein en de aanwezige sectoren en teelten;
  • Onze experts hebben uitgebreide ervaring in het begeleiden van land- en tuinbouwers en het demonstreren van best practices;
  • Er is ook academische expertise in het consortium aanwezig, waardoor de B3W-werking continu gevoed wordt met de laatste wetenschappelijke inzichten rond duurzaam bodem- en nutriëntenbeheer.