Kunnen biestvervangers een alternatief of aanvulling vormen voor echte biest bij het opfokken van kalveren? Hoe kan ik mijn biestmanagement verbeteren?
1. Biestvervangers:
Algemeen kunnen we stellen dat biestvervangers geen goed alternatief vormen voor echte biest. Vaak bevatten ze te weinig antistoffen en daarnaast worden deze antistoffen minder efficiënt opgenomen. Biest bevat naast antistoffen nog andere belangrijk componenten zoals witte bloedcellen, hormonen en groeifactoren. Deze zijn belangrijk voor de groei en gezondheid van de pasgeboren kalveren en worden vaak te weinig aangeleverd via biestvervangers.
Er bestaan commerciële producten op basis van colostrumpoeder gemengd met eipoeder (verhouding 3/1). Ze bevatten doorgaans een beperkte hoeveelheid antistoffen, uitgedrukt in gram IgG. Om een goede passieve immuniteit te bekomen moeten we aan een kalf ongeveer 150-200 gram IgG toedienen in de eerste zes uur na geboorte. De concentratie antistoffen in biestvervangers ligt doorgaans zo laag dat het onmogelijk is het kalf er voldoende van te laten opnemen om aan de beoogde 150 – 200 gram IgG te komen.
Conclusie: Biestvervangers voorzien onvoldoende antistoffen om te gebruiken als echte vervanger van biest, ze kunnen wel gebruikt worden als supplement aan biest van mindere kwaliteit.
2. Pasteuriseren
Sommige rundveehouders geven liever geen echte biest van eigen runderen door problemen met Mycoplasma of andere bacteriële besmetting. Hier kan het pasteuriseren van eigen biest een optie zijn. Bij pasteuriseren wordt de biest gedurende 60 minuten verwarmd aan 60°C (nooit hoger, anders gaan de antistoffen kapot). Dit proces zorgt voor afdoding van o.a. Mycoplasma, Lysteria en Salmonella. Er zijn enkele toestellen op de markt die op het bedrijf kunnen gebruikt worden (Coloquick, Cow udder, Store and thaw colostrum management system; richtprijs van deze toestellen: € 2.000 – 7.000).
Men heeft in verschillende studies aangetoond dat de absorptie van gepasteuriseerde biest vaak beter is dan van verse biest, dit komt omdat er minder bacteriën in de biest aanwezig zijn die kunnen reageren met de antistoffen of de opname van antistoffen kunnen verhinderen.
Conclusie: Biest kan op het bedrijf gepasteuriseerd worden wat zorgt voor het afdoden van ziektekiemen. Daarnaast blijft een adequate opname van antistoffen gewaarborgd.
3. Biestmanagement:
Om je kalfjes een goede start te geven is een goed biestmanagement van belang. Daarbij is het cruciaal om zo snel mogelijk na geboorte biest te verstrekken van goede kwaliteit (IgG gehalte >50g/L). Concreet betekent dit dat een kalf 4 liter hoogkwalitatieve biest moet krijgen binnen de 6 uur na geboorte. De kwaliteit van de biest kan snel en gemakkelijk gemeten worden met de colostrometer (densitometer) of met een refractometer.
Bij Belgisch witblauw is het ook belangrijk om de seleniumstatus van de moederdieren op peil te houden op het einde van de dracht. Kalfjes die te laag zitten in selenium hebben een gedaalde vitaliteit waardoor ze soms moeilijker drinken. Daarnaast zijn ze ook gevoeliger voor longaandoeningen, met name NRDS, waarbij de rijping van de longen onvoldoende is. De bodem in België is arm aan selenium en supplementatie van hoogdrachtige koeien is aangewezen. De minimale seleniumbehoefte van een volwassen dier is 3 mg Se/koe/dag. Tijdens de laatste 6 tot 12 weken van de dracht stijgt de dagelijkse behoefte naar 5 mg/koe. Selenium kan men supplementeren door natrium seleniet (anorganisch) of selenomethionine (organisch) toe te voegen aan het rantsoen. De organische vorm (selenomethionine) wordt efficiënter opgenomen en heeft een lager risico op toxiciteit.
Conclusie: Een goed biestmanagement is belangrijk om een goede start te geven aan pasgeboren kalveren. Daarbij is het ook van belang om de seleniumstatus van de moederdieren op peil te houden.
Momenteel lopen er twee projecten in het kader van de jongveeopfok. Enerzijds is er het VLAIO-project Jongleven onder leiding van Sabrina Curial, anderzijds is er het FWO-project Biestboost onder leiding van Ilke Van Hese. Indien je meer informatie wenst kan je altijd een kijkje nemen op de site van het project Jongleven. Hier kan je je ook inschrijven op de nieuwsbrief en kan je de presentaties van de studiedag omtrent jongvee-opfok terug vinden.
Auteur:
Ilke Van Hese, doctoraatstudent ILVO, Eenheid Dier, Ilke.Vanhese@ilvo.vlaanderen.be
Gerelateerd
- Vraag/Antwoord: Eiwitgehalte in melkvervangers
- Vraag/Antwoord: Melkwei als voeder voor rundvee
- Vraag/Antwoord: Volume biest bij vleesvee
- Vraag/Antwoord: Het ideaal speenmoment
- Vraag/Antwoord: Temperatuurschommeling bij kalven
Dit antwoord werd door het Rundveeloket met de meeste zorg en nauwkeurigheid opgesteld. Er wordt evenwel geen enkele garantie gegeven omtrent de juistheid of de volledigheid van het antwoord op uw vraag. De gebruiker van dit antwoord ziet af van elke klacht tegen het Rundveeloket, van welke aard ook, met betrekking tot het gebruik van het gegeven antwoord. In geen geval zal het Rundveeloket aansprakelijk gesteld kunnen worden voor eventuele nadelige gevolgen die voortvloeien uit het gebruik van dit antwoord.