Groepshuisvesting voor kalveren is verplicht vanaf de leeftijd van 8 weken, maar er zouden toch voordelen zijn om kalveren op jongere leeftijd samen te houden. Klopt dit en wat is hierbij relevant?
Op de meeste melkveebedrijven worden koe en kalf kort na de geboorte gescheiden. Hierna worden de kalveren doorgaans enkele weken individueel gehuisvest. Het grootste deel van de periode waarin kalveren melk gevoederd krijgen brengen de kalveren dus in eenlingboxen door. Deze sociale isolatie wordt geassocieerd met een aantal negatieve effecten. Recent onderzoek en praktijkervaring toont echter aan dat huisvesting van kalveren per twee (of meer) een positief effect heeft op het dierenwelzijn, voederopname, groei en het imago van de melkveehouderij.
Sociale ontwikkeling
Kalveren interageren met andere kalveren vanaf de leeftijd van twee dagen. Hoewel de tijd gespendeerd aan sociale interactie beperkt blijft (2 % tijdens de eerste 8 weken), is het effect van volledig sociaal contact op verschillende vlakken te merken. Kalveren die opgroeien met sociaal contact zijn minder angstig en hebben een beter aanpassingsvermogen aan veranderingen (rantsoen, huisvesting, …). Ze zullen ook sneller nieuwe voedermiddelen als hooi, krachtvoer of TMR uitproberen en hebben een groter leervermogen. Ze zijn ook stressbestendiger wat zich bijvoorbeeld uit in minder geloei bij spenen. Als ze na spenen verhuizen naar een grotere groep zullen kalveren die eerder al per twee (of meer) gehuisvest waren geen groeidip vertonen, zoals individueel gehuisveste kalveren vaak wel doen.
Voeropname en groei
‘Zien eten, doet eten’ is ook bij kalveren een waarheid als een koe. Kalveren die andere kalveren zien eten zullen zelf sneller op onderzoek uitgaan en het voeder uitproberen. Verschillende studies tonen aan dat kalveren gehuisvest per twee (of in kleine groepen) evenveel of meer krachtvoeder opnemen dan individueel gehuisveste kalveren. Ook de groei is bij deze dieren gelijk tot hoger. Het verschil in groei neemt toe naarmate de kalveren meer melk of kunstmelk verstrekt krijgen. Het groeiverschil kan oplopen tot meer dan 100 gram per kalf per dag, wat resulteert in dieren die bij spenen ruim 4 kg zwaarder zijn.
Diergezondheid
Individuele huisvesting van kalveren vermindert het neus-aan-neus en fecaal-oraal contact tussen kalveren. Dit reduceert de overdracht van heel wat kalverziektes. Een makkelijkere monitoring en behandeling vormen daar bovenop extra redenen voor de individuele huisvesting die op vandaag breed gangbaar is.
Onderzoek kan echter niet eenduidig aantonen dat de diergezondheid bij individueel gehuisveste kalveren beter is. De diergezondheid wordt immers beïnvloed door een hele reeks factoren: biestmanagement, melkverstrekking en rantsoen, monitoring, hygiëne, ziektepreventie, huisvesting en stalklimaat, … Individuele huisvesting maskeert dus wellicht de tekortkomingen in deze andere factoren die leiden tot meer zieke dieren na groeperen. Het optimaliseren van de andere factoren moet het bijgevolg mogelijk maken om ook zonder individuele huisvesting kalveren gezond te houden. De algemene trend dat huisvesting in grotere groepen toch een negatief effect heeft op de diergezondheid, lijkt aan te sturen op huisvesting per twee of in kleine groepen. Daarbij aansluitend is het aangeraden met vaste groepen te werken (all in – all out systeem).
Zuigen
Kalveren die aan elkaar zuigen worden geassocieerd met uiervervorming, mastitis en melkverlies. Groepshuisvesting kan zuiggedrag in de hand werken als kalveren niet de kans krijgen een voldoende natuurlijk zuiggedrag te vertonen. Melk verstrekken door een speen, beschikbaar gedurende meerdere uren in plaats van slechts 1 of 2 melkbeurten per dag en het voorzien van een droge speen kan het zuiggedrag aan elkaar sterk verminderen. Ook gradueel spenen helpt hierbij.
Praktisch
Kalveren sociaal huisvesten doe je best per twee of in groepjes tot 6 à 8 dieren. Grotere groepen zal de gezondheid van de dieren vaak negatief beïnvloeden. Over het moment van groeperen is op heden geen wetenschappelijke consensus. In de praktijk gebeurt dit doorgaans op 3 tot 21 dagen leeftijd. Wel staat vast dat bij groeperen na 6 weken de positieve effecten niet meer optreden.
Het leeftijdsverschil tussen kalveren in één groep blijft bij voorkeur beperkt tot 7 dagen (maximaal 14 dagen). Je stemt de groepsgrootte dus best af op hoeveel vaarskalveren er per week op het bedrijf aangehouden worden. Werk met vaste groepen die samenblijven (all in – all out). Deze kalveren worden minder vaak ziek en groeien beter. Dit systeem laat ook toe de hokken of hutten makkelijker te reinigen en een periode van leegstand te voorzien, wat de infectiedruk verlaagt.
Conclusie
Kalveren individueel huisvesten reduceert de overdracht van ziektes. Als de factoren die de ziektedruk beïnvloeden onder controle gehouden kunnen worden, is huisvesting van kalveren per twee of in kleine groepen evenwel een meerwaarde op het melkveebedrijf. Deze kalveren zijn immers meer stressbestendig, nemen meer voer op en groeien harder. Bovendien heeft het een positief effect op het dierenwelzijn en op het imago van de melkveehouderij.
Gerelateerd
- Vraag/Antwoord: Huisvesting kalveren
- Vraag/Antwoord: Het ideaal speenmoment
- Vraag/Antwoord: Afmetingen ligboxen jongvee
- Vraag/Antwoord: Afmetingen ligboxen melkvee
- Vraag/Antwoord: Onthoornen
Bronnen:
1 Two Heads Are Better Than One: A Starter Guide to Pairing Dairy Calves. Jennifer Van Os. University of Wisconsin–Madison Division of Extension. November 2020.
2 Invited review: Effects of group housing of dairy calves on behavior, cognition, performance, and health. J. H. C. Costa, M. A. G. von Keyserlingk, and D. M. Weary. Journal of Dairy Science Vol. 99 No. 4, 2016.