Ik verwerk een deel van mijn melkproductie tot kaas. Hierdoor heb ik elke dag meer dan 1.000 liter wei als nevenproduct ter beschikking. Kan ik deze verse wei op mijn eigen bedrijf valoriseren als voeder voor mijn melkkoeien?
Het gebruik van verse wei als voeder voor kalveren of koeien vormt een goede toepassing voor dit nevenproduct. Hiermee wordt ook potentiële vervuiling van de omgeving vermeden.
Enkele belangrijke randvoorwaarden voor correct gebruik van wei:1
- Laat de wei analyseren zodat een correcte inpassing in het rantsoen kan berekend worden
- Start met lage dosering en bouw stapsgewijs op over minstens 1 week
- Volg de bacteriologische eigenschappen van de wei op
- Hou het rantsoen in evenwicht en vermijd combinatie met voeders die ook veel melkzuur opleveren zoals voederbieten (pensverzuring!)
- Corrigeer de mineralenbalans, zeker voor melkvee als er lange tijd wei wordt gevoederd
- Warme omstandigheden en vliegen vragen extra aandacht
- Voer beter geen wei aan lacterend melkvee waarvan de melk opnieuw tot kaas verwerkt wordt
Uitgebreid antwoord
Samenstelling en voederwaarde
Wei bevat weinig droge stof (6 – 8 %), die voornamelijk bestaat uit lactose (70 – 73 %), eiwitten (11 – 13 %) en minerale zouten (7 – 11 %). Verder een variabele hoeveelheid melkzuur (0,5 – 10 %), citroenzuur (1 %) en niet-eiwit stikstof (0,5 – 0,8 %). De samenstelling van wei is afhankelijk van het type kaas waarvan het een bijproduct is. Gebruik van stremsel (productie van gewone kaas) levert zoete wei, terwijl het gebruik van melkzuurbacteriën (productie van verse kaas) zure wei levert met meer melkzuur en mineralen. Het gebruik van minerale zuren (productie van caseïne) levert caseïne-wei.8 Wei bevat meer essentiële aminozuren dan eieren of kaas. Het is rijk aan lysine, tryptofaan, methionine en cystine. In de pens worden de aminozuren echter grotendeels afgebroken en omgezet tot microbieel eiwit. Daarnaast bevat wei ook veel calcium, fosfor, natrium, kalium en chloor.1, 3, 5
Lactose wordt in de pens van herkauwers eerst afgebroken tot melkzuur en vervolgens tot vluchtige vetzuren. Dit resulteert in een lagere pens-pH, meer melkzuur, boterzuur en valeriaanzuur en minder azijnzuur en propionzuur.11 Het verhoogt ook de aanwezigheid en de benutting van niet-eiwit stikstof in het rantsoen.1, 11 De verteerbaarheid van het wei-eiwit in de pens is ongeveer 70 %. In de darmen ligt de verteerbaarheid een stuk hoger (tot 91 % bij kalveren).1
De gemiddelde voederwaarde van verse wei (RE < 17,5 %) voor rundvee werd door het CVB vastgelegd op 1.161 VEM, 70 DVE, 21 OEB en -0,40 SW (per kg DS). Meer details zijn terug te vinden in het CVB-tabellenboek.6 De variatie in kwaliteit en voederwaarde maakt het echter aangewezen om bedrijfseigen wei te laten analyseren om deze correct in het rantsoen in te kunnen passen.
Zoete wei | Zure wei | Caseïne-wei | |
Droge stof (%) | 6,2 | 5,7 | 6,1 |
Lactose (%) | 4,8 | 4,6 | 4,7 |
Eiwitten (%) | 0,75 | 0,3 | 0,5 |
Vet (%) | 0,05 | < 0,01 | < 0,01 |
Mineralen (%) | 0,6 | 0,8 | 0,9 |
pH | 6,1 | 4,6 | 4,4 |
Praktisch
Als vloeistof is wei economisch meest geschikt voor gebruik op korte afstand. Zowel jonge als volwassen herkauwers kunnen grote hoeveelheden verse wei opnemen als (gedeeltelijke) vervanging van drinkwater. Melkkoeien kunnen tot 100 liter per dag opnemen, waarbij dan een derde van de dagelijkse droge stof-opname uit de wei komt!12 De verteerbaarheid van de totale droge stof in wei is 87 %. Ook kalveren kunnen grote hoeveelheden wei opnemen (30 – 50 % van de DS-opname). Algemeen kan men stellen dat herkauwers 12 – 15 liter per 100 kg lichaamsgewicht verse wei kunnen opnemen.1
Zure wei (verse kaas) is minder smakelijk dan zoete wei.1, 5 Zorg dus steeds voor dagverse wei (max. 24u bewaren)12 die vrij is van pathogenen en gebruik proper materiaal voor opslag, transport en vervoederen. Warme omstandigheden en vliegen vragen zeker een goede opvolging. Zeker als wei wordt toegevoegd aan een rantsoenmengeling (zoals bij compact feeding) is deze opvolging belangrijk.2 Bewaring van verse wei voor langere tijd is dus niet aan te raden gezien het risico op fermentatie en ontwikkeling van pathogenen.1
De vertering van lactose tot melkzuur levert geen problemen voor het dier, als de pensmicroben de kans krijgen zich geleidelijk aan te passen aan de lactose in het rantsoen. Starten met het voeren van wei aan herkauwers doe je dus best met een opbouw in verschillende stappen en over voldoende lange periode (> 1 week, bvb + 20 % om de 3 dagen). Structuur bijvoeren kan ook helpen om pensverzuring te voorkomen.1, 5, 10
Wei (zoete en zure) kan ook als rehydratie medium gebruikt worden bij het inkuilen van (droog) ruwvoer. Ruwvoer (van lage kwaliteit) inkuilen met wei beïnvloedt de structuur van het kuilvoer, verlaagt de ammoniakconcentratie en verbetert de kuilkwaliteit (snellere en betere fermentatie) en verteerbaarheid. Als richtlijn wordt hier 1 – 2 % op DS-basis meegegeven.9, 12 De buitentemperatuur, de buffercapaciteit van de kuil en het gebruik van inocullanten spelen hierbij ook een rol. Rehydratie van maïsgraan met zure wei (300 – 400 mL/kg maïsgraan) bij inkuilen levert meer melkzuur, verbetert het fermentatieproces en verhoogt de stabiliteit van de kuil.5
Invloed op productieresultaten (onderzoek)
Opname tot 100 liter wei per dag door melkkoeien in productie heeft geen negatieve invloed op de productieresultaten: dagproductie, lactatielengte en vetgehalte.1 Ook is er geen effect op gewicht, vruchtbaarheid of mastitis.11 De DS-opname van het rantsoen (ruwvoer en/of krachtvoer) zal ongeveer evenredig verlagen met de DS-opname van de wei.12 De substitutie voor granen is quasi 100 %.1
In ander onderzoek blijkt wei in het rantsoen zelfs tot betere productieresultaten te leiden. Holsteinkoeien die dagelijks 40 liter vloeibare, zure wei (= 2,51 kg DS) krijgen hebben een hogere DS-opname en hogere melkproductie (+ 4,9 %) bij gelijke gehaltes vet en eiwit en dit bij een lagere krachtvoeropname (- 2 kg).4 Ook bij jongvee kan zure wei in het rantsoen het krachtvoerverbruik verminderen bij gelijke groei per dag.10
Bij het opfokken en afmesten van vleesvee kan het inkuilen met ruwvoer (van lagere kwaliteit) met wei interessant zijn. Deze combinatie kan immers vergelijkbare productieresultaten geven als ruwvoer van betere kwaliteit, tegen een lagere kostprijs.9
Bacteriofagen
Bacteriofagen (kortweg 'fagen') zijn kleine virussen die specifieke soorten bacteriën infecteren. In de zuivelsector kunnen ze productieprocessen met fermentatie (bijvoorbeeld kaas, yoghurt, ...) ernstig verstoren. De fagen zijn zeer resistent en kunnen bijvoorbeeld pasteurisatie overleven. Melkwei die besmet is met bacteriofagen die specifiek inwerken op de startcultuur van het kaasmaken kan beter niet gebruikt worden als voeder voor lacterend melkvee. De fagen kunnen immers (in beperkte mate) via het spijsverteringsstelsel in de uier en melk terechtkomen. Zeker als de wei veel fagen bevat, na een mislukte batch kaas bijvoorbeeld, wordt dit risico groter. Wordt deze melk (met beperkt aantal fagen) gebruikt in een productieproces met dezelfde startcultuur, dan reproduceren de fagen snel en kan de productie opnieuw mislukken. Zeker op zelfkazende bedrijven, waar eigen melk gebruikt wordt om steeds dezelfde kaas te maken, vormt het voederen van de wei aan de melkkoeien een reëel risico.
Aangezien bacteriofagen ook makkelijk aanwezig blijven in de kaasmakerij is een doorgedreven hygiëne hier heel belangrijk. In de praktijk wordt doorgaans gewisseld van startcultuur wat een goede methode is om herbesmetting met dezelfde fagen te vermijden.
Met dank voor de input aan: Prof. Douwe van Sinderen, PhD, Professor of Molecular Microbiology, School of Microbiology & APC Microbiome Ireland, University College Cork
Regelgeving
Om verspreiding van dierziekten te voorkomen is het voederen van melkproducten onderhevig aan wetgeving die de nodige veiligheidsmaatregelen oplegt. De belangrijkste wetgeving in dit verband is de dierlijke bijproductenverordening (EG) nr. 1069/2009 die stelt dat melk, melkproducten en melkderivaten kunnen gebruikt worden als diervoeder, mits verwerking in een categorie 3-verwerkingsbedrijf.7
Melk- en melkproducten van een melkinrichting op het eigen bedrijf, die enkel bedrijfseigen melk verwerkt, kunnen echter wel aan de eigen dieren gevoederd worden, zonder onder (EG) nr. 1069/2009 te vallen.7
Voor melk en melkproducten die buiten de eigen hoeve verwerkt werden gelden de bepalingen van (EG) nr. 1069/2009. Afwijkingen zijn mogelijk onder ‘nationale normen’. Deze afwijkende bepalingen laten het toe, onder specifieke voorwaarden, bepaalde producten toch vlotter als diervoeder te gebruiken in België. Voor wei geldt dan:
- Wei van gepasteuriseerde/gesteriliseerde melk (pH < 6 voor > 1 uur): gebruik in België en Nederland, alle diersoorten
- Wei van niet-warmtebehandelde melkproducten (16 uur wachten, pH < 6): gebruik in België, enkel varkens, maximum 10 varkenshouderijen per ‘wei-producent’
- Wei die niet in 1 of 2 valt: gebruik in België, enkel varkens, maximum 2 varkenshouderijen per ‘wei-producent’, afzet varkens enkel naar Belgisch slachthuis of 1 tussenbedrijf voor slachthuis (indien hier geen wei van 3 wordt vervoederd zijn varkens na 21 dagen vrij te transporteren)7
Meer info en geldende regelgeving: Omzendbrief met betrekking tot het verzenden en gebruik van melkproducten als diervoeder bij veehouders onder nationale voorwaarden
Conclusie
Het gebruik van verse wei als voeder voor kalveren of koeien vormt een goede toepassing voor dit nevenproduct. Hiermee wordt ook potentiële vervuiling van de omgeving vermeden.
Enkele belangrijke randvoorwaarden voor correct gebruik van wei:1
- Laat de wei analyseren zodat een correcte inpassing in het rantsoen kan berekend worden
- Start met lage dosering en bouw stapsgewijs op over minstens 1 week
- Volg de bacteriologische eigenschappen van de wei op
- Hou het rantsoen in evenwicht en vermijd combinatie met voeders die ook veel melkzuur opleveren zoals voederbieten ( pensverzuring!)
- Corrigeer de mineralenbalans, zeker voor melkvee als er lange tijd wei wordt gevoederd
- Warme omstandigheden en vliegen vragen extra aandacht
- Voer beter geen wei aan lacterend melkvee waarvan de melk opnieuw tot kaas verwerkt wordt
Gerelateerd
- Vraag/Antwoord: Biest en biestvervangers
- Vraag/Antwoord: Eiwitgehalte in melkvervangers
- Vraag/Antwoord: Volume biest bij vleesvee
- Vraag/Antwoord: Het ideaal speenmoment
- Vraag/Antwoord: Afmetingen ligboxen voor jongvee
- Vraag/Antwoord: Temperatuurschommeling bij kalven
Bronnen:
1 Use of whey in feeding ruminants, Pierre Thivend, Ruminant Production Research Station, Animal Production and Health Research Centre, Beaumont, France, 1977
2 Feeding liquid whey tot dairy cattle, M. J. Anderson, R. C. Lamb, C. H. Mickelsen, R. L. Wiscombe, Journal of Dairy Science, vol. 57, nr 18, 1974
3 Feeding ‘whey’ to dairy cattle, Gerald Poppy, Dairy Herd Management, augustus 2014
4 The effects of feeding liquid acid whey in the diet of lactating dairy cows on milk production and composition, M. Ben Salem, M. Fraj, Journal of Cell and Animal Biology Vol. 1, August 2007
5 Review Article: Whey as a Feed Ingredient for Lactating Cattle, Ahlam A. El-Shewy, Science International, 4 (3): 80-85, 2016
6 CVB Veevoedertabel 2018, CVB, September 2018
7 Omzendbrief met betrekking tot het verzenden en gebruik van melkproducten als diervoeder bij veehouders onder nationale voorwaarden, FAVV, 2/05/2017
8 Whey in animal nutrition: A valuable ingredient, EWPA (European Whey Products Association)
9 Producing whey silage for growing and finishing cattle, D. R. ZoBell, W. C. Burrel, Utah State University, Oktober 2002
10 Growth and carcass evaluation of Holstein steers fed liquid acid whey, G. P. Lynch, F. E. McDonough, D. K. Rough, D. F. Smith, C. H. Gordon, Journal of Dairy Science, Vol 58, No. 11, 1974
11 Performance of high-yielding dairy cows fed liquid whey, Y. Pinchasov, A. Hasdai, S. Gordin, D. Katznelson, R. Volcani, Journal of Dairy Science, 65, 28-36, 1982
12 Whey utilization in animal feeding: A summery and evaluation, D. J. Schingoethe, Journal of Dairy Science, Vol 59, No. 3, 1975
Dit antwoord werd door het Rundveeloket met de meeste zorg en nauwkeurigheid opgesteld. Er wordt evenwel geen enkele garantie gegeven omtrent de juistheid of de volledigheid van het antwoord op uw vraag. De gebruiker van dit antwoord ziet af van elke klacht tegen het Rundveeloket, van welke aard ook, met betrekking tot het gebruik van het gegeven antwoord. In geen geval zal het Rundveeloket aansprakelijk gesteld kunnen worden voor eventuele nadelige gevolgen die voortvloeien uit het gebruik van dit antwoord.