Wat mag het KAV (Kation-Anion Verschil) zijn bij melkvee in de droogstand?
Voedermiddelen bevatten, zoals ieder organisch materiaal, elektrisch geladen atomen (ionen). De balans tussen positief geladen ionen (kationen) en negatief geladen ionen (anionen) bepaalt het kation-anion-verschil (KAV) van het voeder. Het KAV wordt uitgedrukt in milli-Equivalanten (mEq). Natrium (Na) en Kalium (K) zijn de belangrijkste kationen. Ze hebben een basische werking in het lichaam (pH > 7). Chloor (Cl) en zwavel (S) zijn de belangrijkste anionen. Ze hebben zure werking in het lichaam (pH < 7).2 De zuurtegraad in het lichaam kan ingeschat worden op basis van de pH van de urine van de koe. Bij droogstaande Holsteinkoeien zou voederen van anionische producten moeten resulteren in een urine-pH van 6,0 à 6,8.4, 5
Het KAV wordt berekend met deze formule:2, 3, 4, 5
KAV (mEq/kg DS) = [(Na+ + K+) – (Cl- + SO4-)]
- Na+ = concentratie Na/23
- K+ = concentratie K/39
- Cl- = concentratie Cl/35,5
- SO4- = concentratie SO4-/80
KAV bij droogstaande koeien
Vlak voor het afkalven stijgt de calciumbehoefte bij de melkkoe sterk. Als calcium onvoldoende (snel) beschikbaar komt, neemt de kans op melkziekte toe. Een rantsoen met een laag of negatief KAV resulteert in een daling van de zuurtegraad (pH) van het bloed. Dit verhoogt de Ca-mobilisatie (uit de botten) en de bloedspiegel van Ca en Mg stijgt. Hierdoor verkleint de kans op melkziekte. Droogstaande koeien krijgen de laatste 14 – 21 dagen voor kalven best een rantsoen met negatief KAV. De streefwaarde van -100 tot -150 mEq/kg DS voorziet al een veiligheidsmarge voor afwijkende concentraties in voeder of opname. Gebruik ruwvoeders met lager K-gehalte (bijvoorbeeld kuilmaïs) om het KAV te verlagen. Als het KAV onvoldoende bijgestuurd kan worden met ruwvoeders is verstrekken van speciale mineralen (droogstandsmineralen) zeker aangewezen. Het volstaat deze mineralen gedurende de laatste week voor kalven te verstrekken.2, 3, 4, 5
Een ideaal droogstandsrantsoen bevat weinig Ca (2 g/kg DS, of 20-25 g/koe/dag) en K (max. 10-15 g/kg DS) en extra Mg (4 g/kg DS). Het chloorgehalte (Cl) ligt idealiter 3 tot 5 g/kg DS lager dan het K-gehalte.
KAV bij koeien in lactatie
Koeien in lactatie hebben een KAV voederbehoefte van +160 mEq/kg DS. In de praktijk wordt met een KAV-waarde voor het totale rantsoen van +250 tot +300 mEq/kg DS betere resultaten behaald.6, 7
KAV in voedermiddelen
Om rekening te kunnen houden met het KAV van het rantsoen is het nodig ook van de ruwvoeders de mineraleninhoud te kennen. Vooral de gehaltes aan natrium, kalium, chloor en zwavel zijn nodig om het KAV te bepalen. Daarnaast kunnen ook de mineralen in het drinkwater het KAV beïnvloeden.4
Maïskuil en perspulp (laag K-gehalte) hebben een laag KAV. Graslandproducten en voederbieten (hoog K- en Na-gehalte) hebben een hoog KAV en zijn daarom minder geschikt voor een droogstandsrantsoen. Ook natriumbicarbonaat wordt, omwille van een hoog KAV, beter niet aan droge koeien verstrekt. Om het KAV van het rantsoen te verlagen (negatief te maken) maakt men doorgaans gebruik van anionische zouten. Omdat deze niet smakelijk zijn worden ze best gradueel in het rantsoen opgenomen om verminderde opname van het rantsoen te vermijden. Ook mengen met het ruwvoer of verwerken met smakelijke grondstoffen of dragers draagt hier aan bij. Bij het gebruik van anionische zouten dient voldoende calcium in het rantsoen te zitten (8 – 10 g/kg DS). Er bestaan ook producten die niet gebaseerd zijn op anionische zouten maar op behandeling met zoutzuur. Deze zijn smakelijker en zullen dus beter opgenomen worden.3, 4, 5
Gemiddelde KAV | |
Graskuil | 386 |
Maïskuil | 173 |
Luzerne | 409 |
Hooi | 440 |
Bierdraf | -250 |
Bietenperspulp | 40 |
Tabel 1. Het gemiddelde KAV van enkele voedermiddelen2, 6
Gerelateerd
- Vraag/Antwoord: Afbouw krachtvoergift
- Vraag/Antwoord: Zetmeelbehoeften voor vleesvee en jongvee
- Vraag/Antwoord: Biochar in het rantsoen
- Vraag/Antwoord: Ureum en klauwgezondheid
- Vraag/Antwoord: Zwavel en pensacidose
- Vraag/Antwoord: Mineralen verstrekken
Bronnen
1 Dietary Cation-Anion Balance in Dairy Cow Nutrition. Elliot Block, Dept. of Animal Science Macdonald Campus, McGill University. 1997
2 Kation-Anion verschil (KAV). Eurofins Agro
3 Melkveevoeding. Departement Landbouw en Visserij, Vlaamse Overheid. 2011
4 Dietary Cation-Anion Difference (DCAD). Ministry of Agriculture, Food and Rural Affairs, Ontario, Canada
5 Revisiting Negative Dietary Cation-Anion Difference Balancing for Prepartum Cows and its Impact on Hypocalcaemia and Performance. Elliot Block. 2011
6 Paying Attention to Dietary Cation-Anion Balance Can Mean More Milk and Fewer Metabolic Problems. Charles C. Stallings. Virginia Cooperative Extension, Virginia State University. 2009
7 Effect of Dietary Cation-Anion Difference during Prepartum and Postpartum Periods on Performance, Blood and Urine Minerals Status of Holstein Dairy Cow. A. Razzaghi, H. Aliarabi, M. M. Tabatabaei, A. A. Saki, R. Valizadeh en P. Zamani. J. Anim. Sci. 25:486-495. 2012