Op verschillende plaatsen in Vlaanderen is doornappel in opmars en komt de plant of het zaad soms terecht in het voeder van rundvee. Is doornappel(zaad) toxisch voor melkvee en vanaf welke dosis?
Beschrijving
Doornappel, dolappel, duivelskruid of mollenkruid (Datura stramonium, ENG: Jimson Weed) behoort tot de nachtschadefamilie (Solanaceae), zoals zwarte nachtschade, aardappel en tomaat. Van oorsprong Noord-Amerikaans, komt de agressief invasieve plant nu in vele regio’s met gematigd of tropisch klimaat voor. Zo ook op vele plaatsen in Vlaanderen.1, 2, 3
Doornappel kan tot 2 meter hoog worden (half struikachtig). De plant houdt van warmte en vocht en gedijt goed op zonnige, droge plaatsen en op rijke (bemeste, kalkhoudende) bodems. Na kieming vertoont de kiemplant zijn typisch kort gesteelde, lancet- tot priemvormige kiembladeren, die langer of even lang zijn als de eerste echte bladeren (Figuur 1). De alleenstaande en gesteelde bladeren zijn onregelmatig van vorm met brede tanden. De bladeren zijn niet behaard en de bovenzijde van de bladeren is donkerder dan de onderzijde.1, 3
De 5-10 cm lange trechter- of trompetvormige bloemen zijn lang evenals de kelk die vijfkantig is. De bloeiperiode loopt van juni t/m september/oktober. De bloemen zijn wit, soms paars aangelopen. Ze staan in de oksels van de 8-20 cm lange bladeren. De doosvrucht is eivormig en vaak gestekeld. De doosvrucht (3 – 5 cm), die na rijping gedurende de zomer openspringt, bevat honderden zwarte, niervormige zaden.1, 3
Giftigheid
Doornappel is een zeer giftige plant die vroeger gebruikt werd in traditionele geneeswijzen of als hallucinogeen middel, dit evenwel met heel wat negatieve bijwerkingen en risico’s op overlijden. Alle plantendelen, maar vooral zaden, bloemen, wortels en onrijpe doosvruchten bevatten potentieel gevaarlijke concentraties alkaloïden. Oudere planten bevatten in hoofdzaak hyoscyamine en in mindere mate atropine en scopolamine. Jonge planten bevatten vooral scopolamine.3, 4
Er is echter veel variatie in de concentratie aan alkaloïden tussen planten onderling. Sommige planten bevatten tot 20 keer meer/minder toxines, afhankelijk van de leeftijd, groeiplaats en weersomstandigheden. Het valt hierbij op dat planten die groeien buiten het oorsprongsgebied vaak lagere concentraties toxines bevatten.3
Een zaadje van de doornappel bevat ca. 0,1 mg atropine, terwijl > 10 mg atropine dodelijk is voor een volwassen mens. Op dieren werken de gifstoffen echter niet zo sterk in als op de mens. Bovendien verschilt de gevoeligheid ook sterk per diersoort. De hoeveelheid doornappelzaad die een paard kan doden levert bij geiten bijvoorbeeld nog geen verwijding van de oogpupillen. Dieren mijden de plant door de afstotende geur en smaak en de stekelige doosvrucht nodigt ook niet uit tot consumptie. Planten die gedroogd in het hooi terechtkomen kunnen wel opgenomen worden. Vermijd dus beweiding van kleine weides met veel doornappel (zonder voldoende alternatief voeder) en maak geen hooi/voordroog van grasland waarin doornappel groeit.4, 5, 6
Verder is het vooral opname van de zaden in voeder en jonge plantjes die tot vergiftiging leiden. Sojaschroot bevat vaak doornappelzaad. Concentraties boven 0,3 % kunnen bij runderen en paarden tot vergiftiging leiden.4
Voor runderen geldt bij orale opname van doornappel:4
- Toxische dosis (TD, start vergiftigingsverschijnselen): 1.000 zaden of 60 gram wortel of blad (per dag)
- Letale dosis (LD, 100 % sterfte na eenmalige opname): 0,06 – 0,09 % van het lichaamsgewicht aan zaden/bladeren; 120 gram wortel of blad
Symptomen
De drie belangrijkste alkaloïden in doornappel werken in op het centraal zenuwstelsel. De symptomen van vergiftiging zijn gelijkaardig aan die bij vergiftiging met wolfskers (Atropa belladonna, bevat atropine), al zou doornappel iets sneller werken. De belangrijkste symptomen zijn: versnelde ademhaling en hartslag, coördinatie- en gezichtsstoornissen, dorst, droge slijmvliezen, verhoogde temperatuur, verwijde pupillen, krampen, verlamming, dood door ademhalingsverlamming. Specifiek voor rundvee gaat het om zweten, droge muil en neusspiegel, rusteloosheid, gebrek aan eetlust, spasmen, snelle ademhaling en eventueel de dood. Behandeling door decontaminatie en symptomatische behandeling. Er kan mogelijks een antidotum gebruikt worden. Het is raadzaam om een dierenarts te consulteren.4
Bestrijding
Bestrijding van doornappel is heel lastig en vraagt om een nauwkeurige controle van de percelen. Zaden van de doornappel kunnen in de bodem tot wel 75 jaar overleven. Beperk de ontwikkeling door:1, 2
- Uiterst nauwkeurig onderploegen en beheer van de tussenteelt
- Langere rotaties tussen winter- en voorjaarsteelten
- Reiniging van het oogstmaterieel in geval aanwezigheid van doornappels in het zaaigoed
- Trek overblijvende planten handmatig uit (met handschoenen!), verwijder ze van het veld en vernietig ze. Ook na uittrekken kan de plant nog kiemkrachtige zaden vormen!
De bestrijding van doornappel is een onderdeel van het IPM-maatregelenpakket en wordt vanaf 2026 verplicht.
Mechanische bestrijding1
Omdat doornappel kiemt vanuit zaad, kan je het in principe goed te lijf gaan met de wiedeg. Doe dit liefst nog voordat het kiemplantje bovengronds zichtbaar is, dus in het wittedraadstadium. Schoffelen met messen moet vroeg genoeg gebeuren, om te vermijden dat er teveel biomassa in het gewas blijft liggen, met kans op vervuiling van het geoogste gewas.
Chemische bestrijding1
Bepaalde bodemherbiciden werken op doornappel, maar de werking hangt sterk af van het bodemvocht. Bij regen na de toepassing gaat de bestrijding beter en duurt de nawerking langer. In een droog seizoen is het lastiger. Bovendien kiemt doornappel vrij laat. Als je de bodem na chemische bestrijding nog beroert via mechanische onkruidbestrijding wordt de bodemwerking veelal tenietgedaan. Er zijn ook weinig contactherbiciden die inwerken op doornappel. Belangrijk is dat de onkruiden nog klein zijn om een goede werking te bekomen.
In aardappelen werken flufenacet (o.a. in Artist) en metribuzin (o.a. Sencor) vrij goed. Vooral de bestrijdingsmiddelen met metribuzin blijken beter te werken. Ook clomazon (o.a. Centium) en metobromuron (o.a. Proman) hebben een werking. Daarnaast kan het zinvol zijn om bij de bespuiting vlak voor opkomst van de aardappelen het contactherbicide Pyraflufen-ethyl (o.a. Gozai) in te zetten. Dit zal kiemende en al bovenstaande kleine onkruiden (en ook doornapppel als die al is gekiemd) afdoden. In andere teelten kan je in na-opkomst ook clopyralid (o.a. Matrigon), bentazon (o.a. Basagran), pyridaat (o.a. Lentagran) en flumioxazin (Toki) inzetten, uiteraard volgens de specifieke erkenningen.
Met dank voor de medewerking aan Prof. dr. Siska Croubels (Vakgroep Pathobiologie, Farmacologie en Bijzondere dieren, UGent) en Danny Callens (Inagro).
Gerelateerd
- Vraag/Antwoord: Kruidenrijk grasland
- Vraag/Antwoord: Agroforestry en rundvee
- Vraag/Antwoord: Betacaroteen en beweiding
- Vraag/Antwoord: Gehaltedip bij beweiding
- Vraag/Antwoord: Zwaluwen op een rundveebedrijf
Bronnen:
1 Hoe kan ik doornappel bestrijden? INAGRO
2 Doornappel: nultolerantie. Syngenta
3 Doornappel / Jimson Weed. Wikipedia
4 Risicoplanten voor dieren. Marcel De Cleene, 2015.
5 Plants Poisonous to Livestock - Datura spp.(Jimsonweed, Downy Thornapple, Devil's Trumpet, and Angel's Trumpet). Cornell College of Agriculture and Life Sciences.
6 Plants Toxic to Animals - Datura stramonium L. (Jimsonweed). University Library, University of Illinois